Als je geen IP-range bezit, dan is het niet mogelijk om alle computers
in je eigen netwerkje een vanaf Internet te bereiken IP-adres te geven.
Wat wel mogelijk is, is IP-adressen toekennen aan alle machines in het
lokale netwerk die alleen binnen het lokale netwerk werken.
Daar zou je bind voor kunnen gebruiken, maar dat is nodeloos
moeilijk doen als je een klein netwerkje hebt. Veel makkelijker
is de IP-adressen (en bijbehorende hostnames die je helemaal
zelf mag verzinnen) in /etc/hosts opnemen op alle computers in het
netwerk. Onder eventuele Windowsbakken in het netwerk doe je dat in
c:\windows\hosts.txt
. Gebruik je een hostname, dan wordt eerst
gekeken of die voorkomt in /etc/hosts en pas daarna wordt de DNS-server
geraadpleegt. Een voorbeeld van /etc/hosts:
127.0.0.1 localhost.localdomain 192.168.0.1 piet 192.168.0.2 frits 192.168.0.3 karel
Welke IP-adressen kun je hier voor gebruiken? Natuurlijk geen adressen die al ergens aan zijn toegekend, of ergens aan toegekend kunnen gaan worden. Maar zoals je in paragraaf 10.3 hebt kunnen lezen zijn er 3 IP-ranges die speciaal zijn gereserveerd om te kunnen gebruiken in een LAN. Welke adressen je in een van die ranges kiest mag je zelf weten. Begin de adressen vanaf .1 op het eind en niet vanaf .0. Een 0 op het eind mag niet! Dat is het netwerkadres.
Als je op alle computers de netwerkkaarten hebt laten herkennen en IP's hebt toegekend, kun je al naar alle computers proberen te pingen om te kijken of alles goed werkt. Zo niet, controleer dan of de kabels in orde zijn en de juist modules zijn geladen.