Volgende: 10.5 IP's toekennen in
Omhoog: 10 Netwerken
Vorige: 10.3 Enkele begrippen
  Inhoudsopgave
  Index
In deze paragraaf noemen we aantal programma's die handig/nodig zijn als je een
netwerk of Internetverbinding aan het opzetten bent.
- ping
- Om te testen of er een verbinding is tussen twee machines kun
je het programma ping gebruiken. Dit programma bestaat voor zowel Linux
als Windows en is onder beide besturingssystemen hoogstwaarschijnlijk
standaard wel geïnstalleerd. Het gebruik van ping is eenvoudig:
ping IP-adres/machinenaam. Er worden dan kleine
datapakketjes (ICMP echo requests) naar de machine verzonden waarop
gereageerd wordt. Als uitvoer geeft ping hoe lang het duurt om
een reactie te krijgen. Hier gaat de Linuxversie
eindeloos mee door. Je moet het stoppen met ctrl+c. Dan worden nog
wat statistieken getoond. Naast testen of een verbinding
met een andere computer in het netwerk werkt, kun je er ook mee testen
of de Internetverbinding en DNS-server goed werken.
- ifconfig
- Zonder argumenten mee te geven laat dit programma zien welke
verbindingen er actief zijn en o.a. welk IP er aan is toegekend.
Je kunt verbindingen starten en
stoppen met ifconfig naam up/down. In plaats van naam gebruik je bijv.
eth0 of ppp0.
- nslookup
- Met dit programma kun je nagaan hoe een ''name server lookup''
verloopt. Type je bijvoorbeeld nslookup www.google.nl, dan zul je
een lijstje krijgen van de weg die jouw request aan de DNS-server doorloopt.
- linuxconf
- Dit is een programma dat in ieder geval onder RedHat en
Mandrake aanwezig is. Je kunt er op eenvoudige manier je netwerk
mee configureren.
Volgende: 10.5 IP's toekennen in
Omhoog: 10 Netwerken
Vorige: 10.3 Enkele begrippen
  Inhoudsopgave
  Index
Jarkko Huijts
2002-08-17