Er is een een verschil in het geheugenbeheer (memory management) van Windows en dat van Linux. Windows wil zoveel mogelijk geheugen vrijhouden, Linux wil al het geheugen verdelen over de draaiende programma's. Daardoor zal je geheugen vrijwel altijd goed gevuld zijn. Verder gebruikt Linux het geheugen als disk-cache. D.w.z. dat er gegevens in worden opgeslagen die ook op de harde schijf staan. Gegevens zijn veel sneller uit het geheugen te benaderen dan van een harde schijf. Je kunt dat goed merken als je 2 maal achter elkaar hetzelfde grote programma start. De tweede keer bevinden de gegevens zich in het geheugen en is het programma (veel) sneller gestart.
Als je wilt weten hoeveel geheugen er in gebruik is, tik je
free in. Met de optie -t
wordt ook het totaal getoond. Je krijgt dan
bijvoorbeeld de volgende uitvoer. In de tweede regel zie je hoeveel geheugen
er gebruikt en vrij is afzien van disk cache en buffers.
total used free shared buffers cached Mem: 63292 58108 5184 36428 2448 29468 -/+ buffers/cache: 26192 37100 Swap: 66460 3012 63448 Total: 129752 61120 68632