Toen IBM hun personal computer ontwikkeld had, hadden ze er nog wel een besturingssysteem voor nodig. Eerst zou Digital een CP/M-clone maken (CP/M is een Unix-achtig OS), maar Digital liet wel erg lang op zich wachten. In de tussentijd had ene Jim Paterson een CP/M-clone weten te maken. Dat was niet zo moeilijk voor hem, omdat hij toegang had tot de blueprints van CP/M. Hij noemde dit besturingssysteem QDOS (Quick and dirty Disk Operating System). IBM zocht naar een ander bedrijf om een OS voor ze te maken. Ze kwamen uit bij een klein onbekend softwarebedrijfje genaamd Microsoft. En raad eens hoe Bill Gates aan een OS kwam? Hij kocht QDOS van Jim Paterson! Hernoemd (en met enige aanpassingen wellicht) gaf hij QDOS uit als MS-DOS. Binnen de korste keren was de thuiscomputermarkt compleet gedomineerd door IBM en Microsoft en de mensen thuis wisten niet beter dan dat het brakke OS dat erop stond alles was dat er bestond. En dat is lange tijd zo gebleven. MS-DOS was eigenlijk niet eens echt een OS te noemen. Er was totaal geen memory management. Alle programma's moesten zelf direct het geheugen beheren. Hetzelfde geldt voor alle mogelijke I/O, zoals met printers, videokaart, muis en modem.
Later namen ze het idee van een grafisch userinterface over. (Niet direct van Apple, zoals Apple-fans leuk vinden te vertellen. Hoe het wel echt is gegaan vind je op http://www.WebmasterBase.com/article/511, een zeer aardig verhaal over het ontstaan van OS'en met GUI's, waaronder MacOS, OS/2 en Windows.) Eerst werkte Microsoft met IBM samen aan OS/2, maar later gingen ze zelf verder met Windows.
Het is echt niet zo dat mensen goed overwegen welk OS ze zullen gaan gebruiken. De waarheid is dat ze zullen gebruiken wat er ook maar op staat als ze de computer aanschaffen. En vele makers van kant-en-klare computers zetten er een versie van Windows op. Op die manier wordt het de mensen gewoon opgedrongen. De monopoliepositie die het bedrijf ondertussen verworven heeft is schikbarend.
Wat me aan Microsoft irriteert, is dat ze alleen op het geld uit zijn. De kwaliteit van de software laat heel veel te wensen over. (Hetzelfde kan gezegd worden over menig ander bedrijf.) Er zitten zeker goede dingen in Windows. Het is niet ingewikkeld om te gebruiken. Menig persoon die niet veel van computer snapt, kan toch wel wat bereiken in Windows. Hezelfde is waar voor de Apple Macintosh, maar die is nou eenmaal niet zo populair geworden als de IBM-compatible computer met Windows erop. Als het nou ook nog eens stabiel was en niet zulke belachelijk hoge eisen aan de hardware stelde voor wat het voorstelt, dan zou het een heel stuk beter zijn. De enige manier waarop ze dat voor elkaar zouden kunnen krijgen is alles van de grond af aan opnieuw schrijven. Als je het voor de 2e bouwt heb je al ervaring en weet je waar op gelet moet worden. Er zal altijd een beter produkt uitkomen, waarvan de code ook makkelijker te onderhouden is. Dat is waar voor vele softwareprojecten, maar vanwege te veel te hoge kosten wordt er vaak van afgezien. Sterker nog, het wordt vaak niet eens overwogen.
We komen waarschijnlijk niet zo snel van Microsoft af. Veel kantoren gebruiken Windows en Office en er wordt nog altijd veel software alleen voor Windows gemaakt (zoals spellen) zodat veel mensen nog wel even Windows zullen blijven gebruiken. Zelfs als ze Linux gebruiken, houden ze er waarschijnlijk nog wel even Windows naast om op zijn minst spellen te kunnen spelen. Linux is lange tijd een OS voor hobbyisten en computernerds geweest. Pas de laatste tijd ontdekt het ''gewone volk'' steeds meer dat er ook zoiets als Linux bestaat.
Of Linux ooit hét OS voor de desktop gaat worden kan ik niet kunnen voorspellen. Erg zou ik het niet vinden, maar ik zie het eigenlijk nog niet zo snel gebeuren. Wil Linux echt populair worden, dan moet het vooral makkelijk te gebruiken zijn. En daar is een GUI voor nodig. Commando's intikken wordt nou eenmaal door het gros van de mensen als veel te moeilijk gezien. Projecten als Gnome (http://www.gnome.org/) en KDE (http://www.kde.org/) zijn erg goed. Er worden allerhande simpel te gebruiken grafische programma's voor gemaakt. Maar ook daardoor gaan veel mensen niet ineens overstappen. Nee, ze blijven gebruiken wat ze nu gebruiken en gaan niet snel ''rare fratsen'' uithalen zoals het installeren van een ander OS. Of Linux überhaupt wel geschikt is om door Jan en alleman gebruikt te worden is ook discussieerbaar. Het is van oudsher een OS dat niet gemaakt is om makkelijk te gebruiken te zijn.
Een serieuze concurrent voor de softwaregigant Microsoft is Linux zeker. En een heel vervelende, omdat Linux geen eigendom is van een bepaald bedrijf dat ze even om grond in kunnen boren. Misschien dat de Linux niet zo'n enorm succes heeft op de desktopmarkt, maar op het gebied van embedded systems en servers wordt Linux meer en meer gebruikt. Wat Microsoft nu overduidelijk probeert is hun traditionele FUD-trategie (Fear, Uncertainty and Doubt) op Linux los te laten. Ze proberen mensen op het idee te brengen dat Linux en open source in het algemeen maar heel onbetrouwbaar zijn en nooit wat kan gaan worden. Zo heeft Steve Ballmer (CEO van Microsoft) onlangs tijdens een interview gezegd dat hij Linux ziet als een ''kankergezwel dat vastkleeft aan alles wat het aanraakt''.
Microsoft neemt altijd 4 stappen om te proberen concurrenten uit het veld te werken. Elke stap wordt alleen genomen als de vorige niet werkte. Eerst wordt het probleem volledig genegeerd en als het dan niet vanzelf weggaat, wordt het afgedaan als onbelangrijk. Blijkt het later toch van belang, dan zullen ze dat ruiterlijk erkennen om vervolgens frontaal in de tegenaanval te gaan. Microsofts benadering van Internet is een inmiddels klassieke illustratie van deze strategie. Begin jaren negentig bestond het wereldwijde netwerk voor Bill Gates en de zijnen helemaal niet, al werden er bijvoorbeeld links en rechts al tijdschriften over uitgegeven. Bij de introductie van Windows 95 werd het Internet afgedaan als aardig maar inferieur. Dat wil zeggen: inferieur aan het Microsoft Network (MSN), Microsofts privé-internet waarvan de toegangssoftware standaard deel uitmaakte van Windows 95. Zo standaard zelfs dat ook degene die die software nadrukelijk verkoos niet te installeren, de bestanden toch op zijn harde schijf aantrof en verlijd werd met een MSN-icoon op de deskltop. Toen Internet onverhoopt toch een groter succes werd dan MSN, ging Microsoft in de tegenaanval, ontwikkelde een eigen Internetbrowser en veegde marktleider Netscape bijna volledig van de kaart. Hetzelfde voltrekt zich nu rond Linux. Na het eerst geen blik waardig gegund te hebben en het vervolgens te hebben bestempeld als volstrekt minderwaardig en nutteloos, heeft de hoogste baas van Microsoft het vervolgens officieel aangemerkt als de grootste bedreiging voor de positie van zijn bedrijf. Het bekende stramien voorspelt ons dat de softwaregigant nu op het punt staat in de aanval te gaan. Het enige wat ze eventueel kunnen bereiken is dat sommige mensen het niet gaan gebruiken. Daarmee kunnen ze echter Linux niet weggewerken. Het zal altijd blijven voortbestaan.