Als je een netwerkkaart in je Linuxbak hebt geschoven, is de eerste stap deze laten herkennen. Dat kan door ondersteuning voor je netwerkkaart in de kernel te compileren (zie paragraaf 9.2) of er een module voor te laden. Is het een ISA-kaart, zie dan ook paragraaf 4.18.
Het is niet altijd meteen duidelijke welke module je nou precies nodig hebt voor
jouw kaart. In de ethernet HOWTO vind je een overzicht van welke module bij
welke netwerkkaart gebruikt moet worden. Een module laden is erg eenvoudig:
modprobe modulenaam (zonder de .o achter de modulenaam).
insmod werkt ook, maar die laadt niet automatisch eventuele andere
modules die nodig zijn. Hopelijk gaat het dan vanzelf goed en kun je de
netwerkkaart gaan gebruiken. Bij ISA-kaarten (en PCI zonder plug and play?) kan
het zijn dat je zelf de irq, en het IO base address moet opgeven. Dat doe je met
de opties irq=n
en io=n
achter modprobe of insmod. Maar wat nou
als je 2 identieke kaarten hebt waarbij je voor allebei een andere irq/IO moet
opgeven? Dat kan door io=n1,n2 irq=n1,n2
mee te geven. Dus je zet beide
waardes achter elkaar, gescheiden door een komma.
De module kan elke keer bij het opstarten worden geladen door er een regel voor in /etc/modules.conf op te nemen:
alias eth0 modulenaam (zonder .o op het eind!) #en als het nodig is: #options eth0 irq=n dma=n io=n
De eerste ethernetkaart heet eth0. Een eventuele tweede is eth1. Als de kaart goed is herkend dan zou je het MAC-adres van de kaart (en andere informatie) moeten kunnen zien met ifconfig. (Ben je niet root, dan moet je /sbin/ifconfig gebruiken.)